Auteurs: Wesley Jongen & Gijs Hodenius
Datum: 11-9-2023
In Nederland groeit 1 op de 13 kinderen op in armoede. Deze armoede is bovendien ongelijk verdeeld over het land. Limburg telt als provincie meer dan gemiddeld ‘arme’ huishoudens. Deze ongelijkheid heeft verstrekkende gevolgen. Op korte termijn leidt het tot sociale uitsluiting van kinderen, op (middel)lange termijn tot slechtere schoolprestaties, slechte gezondheid en een grote kans om als volwassene ook in armoede te leven. Voldoende reden dus om een serie artikelen aan dit thema te wijden. Voor dit eerste artikel spraken we met Ellen Donkers, projectleider bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
Welke rol speelt het thema kinderarmoede in uw werk?
“Als projectleider voor het project ‘Kansen voor alle kinderen’ richt ik mij specifiek op gelijke kansen voor alle kinderen. Armoede speelt dan ook een grote rol in dat project, want we weten dat armoede opgroeien belemmert. De wereld van kinderen in armoede is vaak heel klein.”
Is kinderarmoede volgens u vooral een financieel probleem?
“Wat we weten uit onderzoek is dat kinderen in armoede vaak niet mee kunnen doen aan dingen die voor andere kinderen vanzelfsprekend zijn en zich daardoor uitgesloten voelen. Bij armoede gaat het uiteindelijk om geld, maar het heeft ook veel andere aspecten, zoals niet kunnen meepraten over dingen die anderen meemaken. Armoede is altijd relatief. Alhoewel we de armoede in Nederland gelukkig niet kunnen vergelijken met de armoede in sommige andere delen van de wereld, zijn er ook in Nederland echt wel gezinnen met hele erge geldzorgen. Het is alleen niet altijd heel zichtbaar. Ook gaat armoede altijd heel erg gepaard met veel stress, hetgeen ook weer impact heeft op hoe ouders hun kinderen opvoeden.”
Weke concrete initiatieven worden er momenteel vanuit het NJi ontplooid ten aanzien van de aanpak van kinderarmoede?
“Het doel van het NJi is om alle kennis die er bestaat rondom de aanpak van kinderarmoede te delen, met beleidsmakers, professionals, ouders en jongeren zelf. We hebben een website met heel veel informatie, we organiseren bijeenkomsten, maar worden ook gevraagd om te komen spreken tijdens bijeenkomsten. Daarnaast zijn we heel alert op ontwikkelingen in het land.”
Waarin verschilt de aanpak van kinderarmoede van de aanpak van armoede in brede zin?
“Dat vind ik altijd best een ingewikkelde vraag, want als je ‘gewone’ armoede aanpakt verdwijnt ook kinderarmoede. Alleen is het natuurlijk wel zo dat zolang er armoede is, er ook kinderen zijn die in armoede opgroeien en voor kinderen zijn andere dingen belangrijk dan voor volwassenen. Een voorbeeld is dat het voor kinderen vooral gaat om het niet mee te kunnen doen. Juist voor gezinnen is het dan ook belangrijk om niet in een isolement te raken en in verbinding te komen met andere gezinnen in armoede. We zouden meer vanuit het perspectief van kinderen moeten kijken en niet alleen naar het financiële aspect.”
Waaraan ontbreekt het in de landelijke aanpak van kinderarmoede volgens u nog?
“Alhoewel er al heel veel gebeurt, moeten we vooral naar meer structurele oplossingen kijken. Er is momenteel bijvoorbeeld een Commissie Sociaal Minimum om te kijken naar wat je nodig hebt om rond te komen. De huidige bedragen zijn namelijk niet genoeg.”
Zou er in het onderwijs meer aandacht moeten zijn voor een thema als kinderarmoede?
“Heel veel mensen zijn zich helemaal niet zo bewust van de impact van opgroeien in armoede, dus het zou inderdaad mooi zijn als dat in de opleidingen terug kwam. Heel veel mensen denken dat er in Nederland geen armoede is, dus het gaat ook over het herkennen dat het met iemand niet goed gaat en het gesprek hierover aan gaan. Hierin zitten ook heel veel raakvlakken tussen verschillende thema’s. Als het met iemand niet zo goed gaat thuis kan dit met armoede te maken hebben, maar ook met heel veel andere dingen. Het gaat dus in algemene zin om het doorbreken van een stukje handelingsverlegenheid bij professionals.”
Op welke wijze kan regionale samenwerking een bijdrage leveren aan het verminderen van kinderarmoede?
“Die samenwerking tussen verschillende professionals is sowieso nodig als je het aantal gezinnen in armoede wil verminderen. Er zijn veel basisscholen die ‘iets’ willen. Maar als basisschool kun je kinderarmoede niet oplossen. Daar heb je andere organisaties en professionals voor nodig. Het NJi heeft een stappenplan gemaakt, vooral bedoeld voor gemeenten, dat beschrijft hoe je die samenwerking concreet kunt oppakken.”
Voor meer info zie: www.nji.nl/armoede
Voor het stappenplan zie: Stappenplan Effecten van armoede in gezinnen verminderen | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)