Ik interviewde Raymond Clement eind 2018 al, toen nog vanuit zijn functie als directeur van de faculteit Gezondheidszorg bij Zuyd Hogeschool. Inmiddels heeft Clement de overstap gemaakt naar de MIK & PIW Groep, waar hij de functie van bestuurder vervult. In ons vorige artikel besteedden we al aandacht aan zijn aanpak van de Coronacrisis. In het artikel van deze week zoomen we uit naar zijn ambities als bestuursvoorzitter voor de komende jaren.
Hoe heeft u de overstap van Zuyd naar MIK & PIW Groep ervaren?
“Als warm, fijn en zinvol, in die zin dat ik ook bij Zuyd een taal heb mogen leren, namelijk de taal van het hoger onderwijs en van het onderwijs in zijn algemeenheid. Voordat ik bij Zuyd aan de slag ging had ik al de taal van de verpleeghuizen, ziekenhuizen en huisartsen leren kennen. En met die talenkennis mocht ik vervolgens naar een organisatie voor kinderopvang en sociaal werk toe, met ook weer een eigen taal. Door die verschillende talen kan ik in mijn nieuwe organisatie veel beter verbindingen maken, door te snappen wat er speelt binnen het hoger onderwijs, wat de dilemma’s van de huisartsen zijn en wat de bewegingen zijn die binnen de verpleging en de ziekenhuizen spelen.” Over de overstap van een directeursfunctie naar een bestuurdersfunctie is Clement nuchter: “het is anders, maar toch ook weer niet. Passie geldt overal.”
Hoe ziet de samenwerking met andere partijen in het Limburgse zorg- en welzijnslandschap eruit?
“Die samenwerking speelt zich af op twee niveaus: het niveau van de professionals en op het niveau van organisaties. Ik ben groot voorstaander van interprofessionele samenwerking. Voorheen ging het vaak over multidisciplinair samenwerken, waarbij een team van diverse disciplines werkt aan één en hetzelfde probleem. Interdisciplinair samenwerken gaat een stapje verder. Daar gaat het over professionals die in elkaars werkgebied kunnen kijken, die elkaar snappen en elkaar begrijpen.” Het doel? Veel meer kennis, kunde, vaardigheden en capaciteit bijeen brengen om de problemen van vandaag op telossen, zo stelt Clement. “De uitdagingen in de huidige complexe maatschappij zijn niet meer monodisciplinair op te lossen. Het is niet meer zo van ‘ik heb A, dus moet ik bij A zijn en die lost het op.’ We hebben problemen die bestaan uit elementen A, B, C, D en E en die moet je dus ook met een bredere kring professionals oplossen. Denk aan armoedebestrijding, onderwijsachterstand eenzaamheid, de ontwikkeling van kinderen. Dat zijn allemaal thema’s die je niet vanuit één discipline kunt bevangen. Op organisatieniveau betekent dit dat organisaties zich steeds meer moeten gaan ontwikkelen als netwerkachtige organisaties, waarbij de professie centraal staat en de facilitering van teams bestaat uit zelforganiserende principes (zoals vitaliteit en wendbaarheid), om die professionals optimaal te ondersteunen.”
Hoe legt MIK & PIW die verbindingen?
“Ik geloof nog steeds heilig in de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk. Dat riep ik al bij Zuyd en dat roep ik hier ook. En dat doen we ook. Zo wordt onze Innovatiewerkplaats geleid door een gepromoveerd onderzoeker van Zuyd en onze programmalijn Jeugd door iemand uit de consultancy die tevens docent bij Zuyd is. Deze mensen spreken deels een andere taal en brengen ook ontzettend belangrijke verbindingen mee.”
“Tegelijkertijd is er nog een enorme wereld te winnen, tussen zorg en welzijn, tussen onderwijs en kinderopvang, maar ook tussen sociaal werk en zorg. Maar dit doe je ook niet als donderslag bij heldere hemel. Ik zie in de laatste jaren echt een beweging op gang komen, van mensen met een totaal nieuwe visie op samenwerken. Fundamenteel is wel dat het daarbij gaat om de complementariteit. Zo is onderwijs geen kinderopvang en kinderopvang geen onderwijs, maar wat de kinderopvang wél kan is het onderwijs helpen in het gemeenschappelijk ontwikkelen en kansrijk maken van kinderen.”
Wat zijn de grootste uitdagingen waar de MIK & PIW Groep in het huidige zorg- en welzijnslandschap tegenaan loopt?
“De grootste uitdaging is denk ik de vaststelling dat de participatiesamenleving as such mislukt is. Er wordt heel makkelijk gezegd dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat klopt ook, maar dan moet je mensen daartoe wel, met kanskracht, in staat stellen. Dit verander je niet van vandaag op morgen. De wereld is niet maakbaar. Onafhankelijkheid moet je leren en dat begint al in de vroegste jeugd. We moeten mensen leren om goede keuzes te maken, over gezondheid, over leven lang ontwikkelen, over het onderhouden van je netwerk ter voorkoming van eenzaamheid. Dát noemen we kanskracht.”
Wat zijn uw plannen en ambities als bestuursvoorzitter van MIK & PIW Groep voor de komende jaren?
“Mijn ambitie is dat binnen nu en drie jaar de kinderopvang een voorziening is in het algemeen nut en dat iedere school een paradijs voor ontwikkeling is. Dat betekent dat alle kinderen van 0 tot 12 jaar onbeperkt recht hebben op kinderopvang en ontwikkeling en dat die hele lijn van buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf en onderwijs inhoudelijk met elkaar versmelt. Alles gericht op de ontwikkeling van het kind. En niet alleen op het vlak van cognitie, maar ook bijvoorbeeld op het vlak van weerbaarheid en sociale interactie. Dat doen ze op school ook wel en daar doen ze ook hun stinkende best voor. Maar de taak die op de schouders van het onderwijs rust is zó groot, dat je dat niet alleen het onderwijs moet laten doen. Bovendien kun je kinderen juist ook buiten die schoolse setting, buiten op de speelplaats, heel veel leren over weerbaarheid, of over techniek, cultuur, theater, dans, enzovoorts. De kinderopvang wordt daarmee dus als een mantel rondom die vrucht van het onderwijs. Tegelijkertijd ben ik ook voor het normaliseren: niet ieder prinsje of prinsesje hoeft naar de universiteit, maar ieder kind moet wel de káns krijgen om zich optimaal te ontwikkelen.”