Zorginnovatie deel 3: Zorginnovatie vanuit een persoonsgerichte benadering, op het snijvlak van technologische innovatie en sociale innovatie

Auteur: Wesley Jongen

Datum: 4-4-2023

Ik sprak met Teatske van der Zijpp, lector Technologie bij het lectoraat Persoonsgerichtheid in een ouder wordende samenleving, over de benadering van zorginnovaties vanuit een persoonsgericht perspectief.

Hoe verhoudt zorginnovatie zich tot het thema van uw lectoraat (persoonsgerichtheid in een ouder wordende samenleving)?

“Persoonsgerichtheid gaat niet zozeer over een individu, maar over relaties tussen mensen, vanuit verschillende rollen. Een cliënt heeft bijvoorbeeld een relatie met zorgprofessionals, maar ook met mantelzorgers en andere vrijwilligers in de buurt. Al deze betrokkenen werken in een netwerk samen, zodat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Als die zorgprofessionals straks bepaalde dingen niet meer kunnen doen, hoe gaan we het dan met technologie nog mogelijk maken om mensen langer thuis te kunnen laten wonen?” Volgens Teatske zullen we veel meer op maat moeten gaan kijken hoe technologie gebruikt kan worden in een bepaalde setting. Gaat het bijvoorbeeld om technologie die mensen zelf kunnen gebruiken, of gaat het veel meer om monitoring op afstand? Dat is sterk afhankelijk van de betreffende cliënt. Dit vraagt wat van de professional, de cliënt en het netwerk daaromheen.

“One size fits all gaat niet werken. Zorgorganisaties zullen zich daar veel meer mee bezig moeten gaan houden. Hoe zorgen we als zorgorganisatie dus dat we zorg uit handen geven waarvoor we niet zelf hoeven te komen, maar op dusdanige wijze dat het wel vertrouwd is voor mensen en waarbij we problemen voorkomen.”

Is het praktisch ook haalbaar om op maat mensen te ondersteunen met technologie?

“Zorgorganisaties zijn hier weliswaar van doordrongen, maar hoé we dat dan gaan doen, daar zoeken we allemaal nog naar. Wat heb je bijvoorbeeld aan support systemen nodig om met technologie te kúnnen gaan werken? Dat is overigens ook de focus van mijn onderzoek. Als je wil dat iedereen hierin tot zijn recht komt, zul je ook echt onderzoek moeten doen dichtbij waar het gebeurt, dus in het primaire proces, door daar met technologie aan de gang te gaan en dat te evalueren. Soms komt er uit die evaluaties naar voren dat de technologie misschien nog niet rijp genoeg is en verder doorontwikkeld moet worden. Vaak zit het echter ook in het proces zelf, omdat professionals bijvoorbeeld niet inzien hoe de technologie nuttig bijdraagt. Bovendien blijkt vaak dat we de verantwoordelijkheid voor het inzetten van technologie bij mensen leggen die dat niet kunnen dragen bovenop hun bestaande werk. Afhankelijk van wat er uit die evaluaties komt, kun je dan aan knoppen gaan draaien om dat beter voor elkaar te krijgen.” 

Weke concrete onderzoeksprojecten worden er momenteel vanuit uw lectoraat uitgevoerd?

“De grootste tak is een project dat ‘Lerend innoveren met verhalen over technologie’ heet, een casestudy onderzoek vanuit multiple perspectieven. Studenten volgen een persoon die gebruik maakt van technologie. De inzet van technologie wordt vanuit meerdere perspectieven in kaart gebracht (denk niet alleen aan de zorgvrager, de zorgverlener, de naaste, maar ook aan de leverancier, de, ICT-deskundige, etc.). Dit gebeurt op meerdere momenten, om ook de evolutie in dat gebruik te zien. Als ze daar mee klaar zijn, worden de resultaten verwerkt in wat we noemen een ‘geconstrueerd narratief’, in feite een lang verhaal waarin al die opvattingen en ervaringen vanuit verschillende perspectieven staan beschreven. Dat verhaal zelf is, vinden wij, een krachtig middel om te delen met professionals die met de technologie werken, omdat het leidt tot een dialoog. Hoe gaat het bijvoorbeeld met de inzet van een medicijndispenser bij persoon X in organisatie Y of woonplaats Z? Die dialoog kan vervolgens benut worden om gezamenlijk besluiten te nemen over wat we dan samen, morgen, anders gaan doen. Kortom, het gaat niet zozeer om de vraag óf bepaalde technologieën wel of niet effectief zijn, maar vooral om de vraag hoé we die technologie persoonsgericht kunnen inzetten. Iedereen heeft andere ideeën waarom iets wel of niet goed werkt. Je stelt dus niet zozeer de vraag of iets wel of niet werkt, maar juist de vraag ‘hoe zorgen we dát het werkt’.”

“Daarnaast hebben we nog het project ‘Voeding en vocht’, waarbij we in een ziekenhuis vanuit een persoonsgericht perspectief kijken hoe we patiënten kunnen betrekken bij de monitoring van voeding en vocht. Hoe kunnen we hierbij de regie verdelen tussen professional en cliënt? Dat is waar wij continu mee bezig zijn: op de qui-vive zijn van hoe je ervoor kunt zorgen dat het niet allemaal voor de patiënt wordt besloten. Welke rol kunnen en willen patiënten en eventuele mantelzorgers zelf spelen in het monitoringproces, zodat ze dit ook zelf kunnen doen zodra ze weer naar huis gaan, en welke rol kan technologie daarbij spelen? Het leuke van technologie is bovendien dat het niet alleen kan leiden tot een vervanging van een taak, maar dat het ook soms dingen mogelijk maakt die voorheen niet mogelijk waren. Daarin proberen we professionals ook een beetje te inspireren: hoe zou technologie jouw werkprocessen kunnen ondersteunen?”

“Wat we ook doen, tenslotte, is de technologie in het onderwijs zelf bekijken. Denk hierbij aan voorbeelden als de inzet van virtual reality en smart glasses in het onderwijs, maar ook aan innovatieve onderwijsmethoden als ‘leren door te creëren’. In plaats van de traditionele reflectie in een module als klinisch redeneren, laten we studenten bijvoorbeeld een 360 graden film maken. Je komt dan op het snijvlak van technologie en didactiek.”

Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.

Meld u aan en ontvang elk nieuw bericht meteen in uw inbox!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.