Medische ethiek in Corona-tijd vanuit een rooms-katholiek perspectief.

Voor de nieuwe serie artikelen van PH-Limburg gaan we op zoek naar pakkende verhalen over de impact van Corona op het werk van diverse betrokkenen binnen de publieke gezondheid. Voor het tweede artikel in deze nieuwe opzet heb ik kardinaal Wim Eijk bereid gevonden om mij te woord te staan. Een interview met kardinaal Eijk was interessant vanwege twee redenen. Enerzijds staat de kardinaal bekend om zijn kennis van de medische ethiek en behaalde hij een doctoraat in de geneeskunde. Daarnaast bleek de kardinaal tot mijn verrassing een zekere binding met Limburg te hebben. Naast zijn opleiding aan het grootseminarie Rolduc in Kerkrade en zijn rol als priester binnen de parochie Blerick in de jaren ’70 & ‘80, is de kardinaal in de jaren ’90 tevens benoemd tot hoogleraar in de filosofie en medische ethiek aan het MEDO (het Pauselijk Instituut voor Huwelijk en Gezin in Kerkrade) en is hij medeoprichter en voorzitter geweest van de Stichting Medische Ethiek in Maastricht.

Waarom is volgens u een katholieke inbreng in medisch-ethische kwesties relevant? 

“De coronaviruspandemie is zowel een kwestie van sociaal-ethische als persoonlijk-ethische aard. Een van de centrale principes van de katholieke sociale leer betreft dat van het Algemeen Welzijn. Dit is het geheel van condities die nodig zijn om de integrale (alomvattende) menselijke ontwikkeling van alle leden van de samenleving mogelijk te maken. Alomvattend wil zeggen dat deze ontwikkeling alle aspecten van de menselijk persoon betreft, lichamelijk, psychosociaal en spiritueel.”

Het betreft hier duidelijk een gedeelde verantwoordelijkheid volgens de kardinaal: “Wij dragen persoonlijk voor elkaars en ons eigen lichamelijk welzijn een grote verantwoordelijkheid, zeker nu het coronavirus opnieuw om zich heen grijpt. Dit betekent dat we de adviezen in praktijk moeten brengen. Dit doen we om bij te dragen aan het Algemeen Welzijn, maar ook op basis van een ander belangrijk principe van de christelijke sociale leer, namelijk dat van solidariteit. In dit opzicht is ook hier van toepassing wat Jezus zegt over de zorg voor de meest kwetsbaren in onze samenleving, hier de mensen die tot een categorie behoren die door een besmetting met het coronavirus ernstig ziek kan worden.”

De meest directe verantwoordelijkheid voor het garanderen van het Algemeen Welzijn draagt volgens kardinaal Eijk de overheid: “Zij kan ons binnen deze verantwoordelijkheid ook dwingende maatregelen opleggen, zoals het bewaren van de anderhalve meter afstand en het sluiten van horecagelegenheden of het opleggen van een lockdown. Bij dit laatste moet zij ook de gevolgen van deze maatregelen voor het veiligstellen van de gezondheid afwegen tegen de gevolgen voor de economie, die onder deze maatregelen zwaar te lijden heeft. Een gezonde economie is voor een alomvattende menselijke ontwikkeling van alle leden van de samenleving ook belangrijk. Baanverlies en gebrek aan inkomen kunnen naast alle andere nadelen die zij met zich meebrengen, ook voor de gezondheid fnuikend zijn. Sociaal-ethische kwesties zijn de moeilijkste om op te lossen. De overheid ziet zich geplaatst voor een waar dilemma, omdat maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen tegelijkertijd de economische omstandigheden doen verslechteren.”

“Veel mensen in onze samenleving verzetten zich bovendien tegen de door de overheid opgelegde maatregelen met een beroep op hun individuele vrijheid. Deze tendens vloeit voor uit de heersende hyper-individualistische cultuur. Het individu stelt zichzelf centraal en is geneigd anderen als toeschouwer te zien. Bovendien heeft hij in zijn eigen ogen niet alleen het recht, maar ook de plicht om voor zich zelf een religie, een levensbeschouwing en ethische regels vast te stellen. Binnen dit denken geldt een overheid die dwingende maatregelen oplegt als een bedreiging. Het valt te betreuren dat als gevolg daarvan de grote meerderheid in de samenleving het belang van het Algemeen Welzijn uit het oog heeft verloren.”

Het staat volgens de kardinaal buiten kijf dat het coronavirus alleen een halt kan worden toegeroepen door middel van vaccinatie. Tegelijkertijd benadrukt de kardinaal dat de overheid mensen niet kan dwingen om zich te laten vaccineren, zelfs niet met een beroep op het Algemeen Welzijn: “De reden is dat vaccinatie een ingreep in de integriteit van het lichaam van de menselijke persoon betreft. Wat de overheid wel mag en moet doen is de leden van de samenleving zoveel mogelijk over het vaccin en het belang van vaccinatie voorlichten met als doel zoveel mogelijk mensen te stimuleren om zich te laten inenten.” 

Wat heeft de Coronacrisis met u persoonlijk gedaan?

“Tot nu toe heb ik gelukkig zelf geen besmetting met het coronavirus opgelopen. Maar ik behoor gezien mijn leeftijd (67 jaar) en enkele problemen die ik met de gezondheid heb gehad tot op zekere hoogte tot de risicocategorie. Ik ben op straat in ieder geval heel voorzichtig en probeer nauwgezet de vereiste afstand te bewaren tot mensen die ik tegenkom. Dat is lang niet altijd gemakkelijk, omdat velen daar geen moeite voor doen. Het reizen beperk ik tot het uiterste minimum dat noodzakelijk is. Ik behoor tot de generatie die de Tweede Wereldoorlog niet heeft meegemaakt. Een dergelijke ontwrichting van de samenleving en ook van het kerkelijk leven is tijdens mijn leven niet voorgekomen. Wat mij voorts pijn doet is dat ik mijn achterban veel minder kan zien en ontmoeten dan vóór de uitbraak van de coronaviruspandemie. Vormsels, gewone zondagse Eucharistievieringen, Eucharistievieringen bij jubilea van parochies en kerken, worden geschrapt of kunnen alleen plaatsvinden met een beperkt aantal aanwezigen. Veel lezingen zijn afgeblazen en mijn colleges aan het seminarie Bovendonk in het voorjaar konden niet doorgaan.”


Wat hebben we volgens u geleerd van de Coronacrisis?

“Hopelijk zet de coronaviruspandemie mensen aan het denken. De diepere vragen van het leven komen bij veel mensen nauwelijks nog aan de orde. Dit komt doordat veel mensen mede als gevolg van de opkomst van de sociale media, zo’n 15 jaar geleden, zich vooral bezig houden met de uiterlijke wereld, de gebeurtenissen van de dag, waarover we van alle kanten continu met nieuws worden gebombardeerd. Veel vooral jonge mensen kijken bijna de hele dag op het scherm van hun mobiel. Zo zien we ze ook vaak over straat lopen. Daardoor komen mensen niet toe aan een innerlijk leven.” De kardinaal haalt een passage van Augustinus aan om dit laatste punt nader toe te lichten vanuit zijn bisschoppelijk perspectief: “Het is juist in ons innerlijk dat we God ontmoeten, zoals Augustinus in zijn leven heeft ontdekt: God is ‘interior intimo meo’, dat wil zeggen meer innerlijk dan mijn diepste innerlijk. Van deze in hun diepste innerlijk verborgen aanwezigheid van God kunnen mensen zich alleen bewust worden, als zij in ieder geval voor een bepaalde tijd uit de uiterlijke wereld weten terug te trekken en een innerlijk leven ontwikkelen. Het is te hopen dat de tijd die door een (gedeeltelijke) lockdown ontstaat niet de hele dag door Netflix en andere media wordt gevuld, maar ook een uitnodiging vormt om zich te gaan bezinnen op het innerlijk leven.”

Fotograaf: Ramon Mangold voor rkkerk.nl

Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.

Meld u aan en ontvang elk nieuw bericht meteen in uw inbox!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.