Met de heer Ruijters, bestuursvoorzitter van zorgorganisatie Envida, sprak ik over zijn recente overstap van Meander naar Envida en zijn visie op het veranderende zorglandschap in Zuid-Limburg.
Hoe ervaart u de overstap van Meander naar Envida?
“Als heel dynamisch. Het was even moeilijk om weg te gaan bij een organisatie die was gaan zitten als een maatpak. Maar ik vond het ook mooi om de organisatie op een hoogtepunt te mogen verlaten. De organisatie was uitgeroepen als meest aantrekkelijke grote werkgever van Limburg, het ging financieel beter dan ooit. Op het gebied van innovatieve manieren van werken stonden we landelijk in de schijnwerpers. Dus, een mooier moment om weg te gaan was er eigenlijk niet. En dan kom je in een andere organisatie, die het product is geweest van anderen. En er zijn dingen waar je blij van wordt en er zijn dingen waarvan je denkt: ‘dat had ik zelf anders gedaan’. Maar, ik krijg er wel heel veel energie van om een andere organisatie, maar wel met alle bagage van de afgelopen jaren, van A naar B te helpen.” Envida was Ruijters niet helemaal onbekend, zo waren er al samenwerkingsverbanden tussen Envida en Meander (en andere zorgorganisaties in de regio), bijvoorbeeld op het gebied van de jeugdgezondheidszorg, kraamzorg en ook tussen bestuurders liggen er natuurlijk contacten. Maar op het moment dat je echt in een organisatie duikt leer je deze natuurlijk pas écht kennen. “Ik merkte wel dat ik Envida minder kende dan ik dacht, vooral ten aanzien van de cultuur in de organisatie. Ik kende met name de organisatie aan de buitenkant, maar van binnenuit, de cultuur, de sfeer, dat is een ander verhaal. Via ‘zeepkistsessies’ heb ik inmiddels heel veel Envida-mensen leren kennen en ben ik ervan overtuigd dat óók Envida veel potentie heeft om koploper in de zorg te worden.”
Wat zijn uw plannen en ambities als bestuursvoorzitter van Envida voor de komende jaren?
“De plannen zijn om te excelleren in zorgverlening. Dat betekent niet alleen maar goede zorg verlenen, maar er ook voor zorgen dat je een magneetorganisatie bent voor zorgtalent, dat mensen graag bij je willen komen werken.” Want wie de mensen heeft, heeft de markt als het gaat om de zorg, zo benadrukt Ruijters. “Dat betekent dat je aantrekkelijk moet zijn, met een modern en innovatief imago als zorgorganisatie. Ik ben een echte outside-in bestuurder en niet andersom. Dat wil zeggen: anticiperen op wat er in de wereld om ons heen gebeurt.”
Wat zijn de grootste uitdagingen waar Envida in het huidige zorglandschap tegenaan loopt?
“De grootste uitdaging heeft te maken met de wens van mensen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en hoe je dat kunt faciliteren, zowel met financiële middelen als met infrastructuur, bijvoorbeeld door het voorkomen dat mensen eenzaam worden. Envida staat namelijk voor kwaliteit van leven en dat is breder dan alleen maar kwaliteit van zorg.” Hoe Envida in deze opgave probeert te faciliteren? Niet door te pamperen, maar door te ondersteunen in zelfredzaamheid, benadrukt Ruijters. Hier horen ook andere vormen van bekostiging bij: “Niet meer productie belonen, maar juist slimme oplossingen en innovatie belonen. Maar ook het vervangen van onnodige en dure oplossingen door goedkopere oplossingen, ingegeven vanuit de triple aim gedachte. Nu is er veel te veel verspilling: in de vorm van bureaucratie, in de vorm van ‘productie-denken’, door het bieden van onnodige zorg en door te dure zorg. Ik denk dat zorg voor een stukje belang heeft bij marktwerking, maar ook belang heeft bij marktordening. We moeten toe naar een samenspel tussen zorgaanbieders en zorgvoorzieningen die complementair aan elkaar zijn, in plaats dat iedereen maar probeert te streven naar omzetmaximalisatie.”
Wat is uw beeld bij de rol van gemeenten in het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen?
“De rol van gemeenten vind ik een lastige. De Wmo is op zich een prima wet vanuit de essentie, maar is wel een klein beetje misbruikt door de bureaucratie die erover uitgerold is. De gemeenten zouden veel meer de rol van regisseur of ‘marktmeester’ moeten kunnen vervullen, een goed samenspel tussen partijen kunnen bevorderen. Toch zie ik maar weinig gemeenten die daar goed toe in staat zijn.” Dat de Wmo niet heeft bijgedragen aan het verminderen van de versnippering beaamt Ruijters: “Je ziet nog altijd dat een kwetsbare burger wordt opgeknipt in een aantal wetten en aan elke wet is een financiering gekoppeld en dat komt de integraliteit van de hulpverlening niet ten goede.”
Hoe ziet u de gezondheidszorg in Limburg over vijf jaar, onder andere ten aanzien van het huidige arbeidsmarktprobleem?
“Ik vraag me eerlijk gezegd af of we een arbeidsmarktprobleem hebben. Je hebt pas een arbeidsmarktprobleem als je alle innovatieve oplossingen hebt uitgeprobeerd, als je de optimale mogelijkheden van jobcarving (oftewel taakherschikkingen) hebt uitgebuit en als je de deur wagenwijd open hebt staan voor mensen die heel graag bij je willen komen werken, met het hart op de goede plek en met twee rechterhanden. Als je dán nog onvoldoende mensen hebt, dan heb je een arbeidsmarktprobleem.” Op dit moment praten we onszelf dus eigenlijk een arbeidsmarktprobleem aan, zo leid ik af uit het betoog van Ruijters, “vanuit de wijsheid van nu”, vult Ruijters aan. “Wat we eigenlijk doen is dat we de huidige manier van werken extrapoleren over 5 of 10 jaar en vervolgens komen we tot de conclusie dat als we zo doorgaan zoals we het nu doen, we over 5 of 10 jaar te weinig mensen hebben. Maar de vraag is óf we zo door moeten gaan? Moeten we ons niet eens af gaan vragen hoe we de verspilling uit het systeem halen? Waarom moeten we hoogopgeleide mensen inzetten voor laagcomplex werk? Waarom maken we niet veel meer gebruik van innovatie?” Bij dit laatste doelt Ruijters niet enkel op de mogelijkheden van technologie, maar ook op de mogelijkheden van sociale innovatie, zoals het slimmer inzetten van mensen door middel van taakherschikkingen? Waarom dit niet gebeurt? Een gebrek aan creativiteit en ondernemerschap volgens Ruijters. “We hebben te lang mensen ‘weggepest’ uit de zorg. Hoe kunnen we mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt met verkorte opleidingstrajecten opleiden tot, bijvoorbeeld, hbo-verpleegkundigen? Iemand met een diploma social work kan bijvoorbeeld al heel veel dingen die een wijkverpleegkundige ook moet kunnen. Dat Envida al stappen zit in de richting van sociale innovatie blijkt onder andere uit het zij-instroomproject ‘BBL-IG’ waarin Envida (samen met Zuyderland, Zorg voor Mensen, Leeuwenborgh Opleidingen, Arcus College, Zorg Aan Zet en het UWV Werkbedrijf Zuid-Limburg) werkt aan het opleiden van mensen in de WW voor een baan in de zorg.”
Wat zijn de belangrijkste drempels die overwonnen moeten worden om innovaties een grote vlucht te laten nemen in het zorglandschap?
“Innovaties zijn pas kansrijk op het moment dat ze worden omarmd door de professionals. De innovatie moet niet het uitgangspunt zijn, maar de zorgprofessional. Dit betekent dat je je heel goed moet verplaatsen in die professional, moet inspelen op iets waarvan je merkt dat mensen er naar hunkeren”, immers, ‘irritatie leidt tot innovatie’ is een vaak gehoord adagium. Een treffend voorbeeld dat Ruijters noemt is het idee van een slim toilet. Heel veel mensen moet nu naar een verpleeghuis, omdat ze niet meer zelf naar de wc kunnen. “Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen langer zelf naar de wc kunnen? Steek daar je energie in. Dat denken mis ik vaak bij de kenniscentra. Deze zijn vaak te veel ‘hoog-over’ en te veel vanuit systeemdenken georganiseerd. Innovaties van onderop worden wel een succes, terwijl de innovaties van bovenaf meestal een stille dood sterven. Tegelijkertijd heb je natuurlijk soms ook visionairs nodig, die af en toe ook eens buiten de gekte van alledag met droombeelden bezig kunnen zijn en dingen bedenken waar mensen op dit moment nog helemaal niet opkomen. Kortom, een goede balans tussen innovaties in de praktijk en disruptieve innovaties die tot ontwrichting leiden!”
Als afsluiter: waar staat Envida over een jaar?
“Dan staat er een andere organisatie. Dat zie je niet aan de buitenkant, maar je voelt het aan de binnenkant, als je met de mensen op de werkvloer spreekt.”
Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.