Auteur: Wesley Jongen
Datum: 30-11-22
Voor dit tweede artikel in de serie over innovatie in de zorg, interviewden we Ramon Daniëls, lector ‘Ondersteunende technologie in de zorg’ bij Zuyd Hogeschool.
Kan Nederland volgens u getypeerd worden als een ‘zorginnovatieland’?
“De Nederlandse zorg staat op een hoog niveau. Dat zegt ook iets over de vaardigheden van de mensen die in die sector werkzaam zijn. Over het algemeen hebben veel zorgorganisaties in Nederland ook budget om zich met innoveren bezig te houden.” Terecht geeft Ramon aan dat het wel afhankelijk is van de indicatoren waar je naar kijkt om het innovatiegehalte van een land of een regio te bepalen. “Gaat het bijvoorbeeld om hoeveel innovaties er op de markt komen of om hoeveel innovaties er daadwerkelijk landen in de praktijk. Wat we wel zien is dat als het bijvoorbeeld gaat om de digitale zorg, er landen zijn die ook verder zijn dan Nederland. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de Scandinavische landen, waar een aantal zaken veel meer centraal geregeld worden, terwijl in Nederland juist veel aan de markt wordt overgelaten.”
Wat zijn de kernthema’s vanuit jouw lectoraat?
“Mijn lectoraat richt zich op het ontwikkelen, evalueren en implementeren van zorgtechnologie. Waarbij we aan de ene kant inzetten op het onderzoeken van de toepassingen van opkomende technologieën, zoals 3D printen, virtual reality en robotics. Aan de andere kant zijn we ook gericht op onderzoek naar bestaande producten die al op de markt zijn. Hierbij onderzoeken we bijvoorbeeld of cliënten het juiste product krijgen. Dat gaat over adviserings- en verstrekkingsprocessen of om de kosteneffectiviteit van producten. Soms zitten we in een heel fancy project om te onderzoeken hoe 3D printen ingezet kan worden in de revalidatiezorg en of dat financieel en praktisch haalbaar is. Dan weer doen we een project waarin we onderzoeken hoe we kunnen realiseren dat meer mensen zelfstandig elastische kousen kunnen aantrekken door hulpmiddelen voor het aantrekken daarvan te gebruiken. Dan gaat het dus niet alleen om het onderzoeken van de hulpmiddelen, maar ook om de processen, procedures en financiering daaromheen. Tenslotte, bij de Universiteit Maastricht houd ik me binnen de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg ook bezig met innovatiemanagement, oftewel de ‘innovation readiness’ van zorgorganisaties.”
Wat zijn voor u goede voorbeelden van zorginnovatie in Zuid-Limburg?
“Ik heb op dit moment het meest van doen met de ziekenhuizen, de revalidatiezorg, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg. In die sectoren zie ik dat er de afgelopen jaren een enorme slag is geslagen als het gaat om aandacht voor innovatiemanagement en aandacht voor het organiseren van innoveren. Tien jaar geleden had je bijvoorbeeld amper functies als innovatiemanager of innovatiemedewerker. Ik zie een enorme professionalisering van innoveren in de zorg in Limburg. Oftewel, het creëren van randvoorwaarden in organisaties om überhaupt te kunnen innoveren. Je hebt namelijk goed innovatiemanagement nodig om te zorgen dat innovaties landen op de werkvloer.” Daarnaast ziet Ramon ook een toenemende bereidheid bij organisaties tot regionale samenwerking in Limburg, vanuit een besef dat het wellicht goed is om een aantal innovaties en uitdagingen samen op te pakken. “De Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg is daar een mooi voorbeeld van. En in de gehandicaptenzorg is er een initiatief ontstaan genaamd ‘Samenwerkingsverband Gehandicaptenzorg Limburg’, waarbij acht gehandicaptenzorg organisaties in Limburg zich hebben samengepakt om te kijken of ze niet veel meer samen kunnen doen op het vlak van innoveren. Wat je daar tegelijkertijd in ziet is dat dergelijke organisaties ook op zoek zijn naar de verbintenis met kennisinstellingen en het onderwijs, om ook het opleiden samen vorm te geven rondom innoveren. De samenwerking tussen zorgorganisaties en kennisinstellingen worden dan een soort van living labs, waarin innoveren en leren hand in hand gaan. Zuyd geeft bijvoorbeeld samen met Adelante vorm aan een living lab revalidatietechnologie (ALL4RT), waarin we samen optrekken om bijvoorbeeld ondernemers met een goed idee te ondersteunen om technologie door te ontwikkelen.”
Volgens Ramon is er een duidelijke beweging op gang om innoveren te versnellen en om bewezen innovaties sneller tot implementatie te laten komen. Dit gebeurt op verschillende niveaus, ook vanuit de overheid en met focus op regionale samenwerking. “Er is nu bijvoorbeeld een initiatief opgezet vanuit de Topsector Life Sciences & Health (LSH; Health Holland) om die beweging voor elkaar te krijgen en men nodigt alle provincies uit om die regionale samenwerking tot stand te laten komen.”
Zou het niet logisch zijn als er ook veel meer samenwerking op innovatiegebied zou worden geïnitieerd tussen de drie buurlanden in de Euregio Maas-Rijn?
“Die samenwerking is er in zekere zin al. We hebben bijvoorbeeld in een Interreg-project CrossCare gezeten, waarbij de instreek was om ondernemers verder te helpen met hun zorgtechnologie producten. We hebben ook geparticipeerd in een Interreg-project dat ging over een living labs in de revalidatiezorg, om revalidatietechnologie verder te helpen. Voor een 3D-print project zijn we op dit moment in contact met Belgische universiteiten om te komen tot kennisdeling en het samen opzetten van projecten. Maar, er gebeurt vooral veel op incidenteel vlak, waar zich een kans voordoet. Er is nog weinig sprake van structurele samenwerking.” Toch ziet Ramon een grote potentiële meerwaarde van Euregionale samenwerking. “Wat me merken vanuit de thema’s waar we mee bezig zijn vanuit Zuyd, is dat er veel partijen in onze buurlanden met soortgelijke dingen bezig zijn. Dan ligt het zo voor de hand om samen te werken en te kijken hoe we die kennis bij elkaar kunnen brengen.” Onlangs is daarom een mooie stap gezet; Zuyd en de Belgische hogeschool University Colleges Leuven-Limburg (UCLL) hebben een overeenkomst ondertekend en afgesproken hun onderwijs en onderzoek op het gebied van belangrijke maatschappelijke transitieopgaven die in de gehele Euregio Maas-Rijn spelen te bundelen. Technologie in de zorg is een van de speerpunten daarin.
Wanneer spreken we over innovatie?
“In de trends die we zien, zien we ook weliswaar een sterke nadruk op de technologische kant, maar tegelijkertijd zien we ook een groeiende aandacht voor sociale innovatie, zoals de samenwerking tussen zorg en welzijn in de wijk. In de bewegingen die ik zie wordt er in ieder geval geen onderscheid gemaakt tussen type innovaties. Het gaat er vooral om dat iets dat goed lijkt te werken in de ene organisatie, sneller geïmplementeerd zou moeten worden in andere organisaties. Lastig blijft de vraag wanneer we iets nu echt als een bewezen innovatie kunnen classificeren. Is iets dat binnen één of twee organisaties is bewezen bijvoorbeeld ook effectief in andere organisaties? En wanneer is iets innovatie? Het ligt er een beetje aan wiens perspectief je hanteert. Als je het vanuit een zorgorganisatie perspectief benadert, dan is in principe alles wat je nog niet hebt gedaan innovatie. Dan kan het gaan om kleine innovaties, met weinig impact op de huidige werkprocessen, tot radicale innovaties die wél een grote impact hebben op de huidige werkprocessen. Maar ook die kleine innovaties kunnen grote effecten hebben.
Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.