Auteur: Wesley Jongen
Datum: 3-11-2022
Gezondheids- en zorginnovatie kent vele facetten, van technologische innovatie tot sociale innovatie, en wordt te pas en te onpas aangewend als hét antwoord op de uitdagingen waar het hedendaagse zorglandschap zich voor gesteld ziet. In de recente World Index of Healthcare Innovation van de Foundation for Research on Equal Opportunity (FREOPP) scoort Nederland hoog op het vlak van innovativiteit in de zorg. Dieudonnee Cobben, promovenda aan de Open Universiteit in Heerlen, doet onderzoek naar innovatie ecosystemen in de zorg.
Herken je de hoge score van Nederland in de FREOPP World Index of Healthcare Innovation?
“Ja en nee. In een van de laatste onderzoeken van mijn PhD heb ik 30 ecosystemen onderzocht en het is ongelofelijk als je ziet waar zij allemaal mee bezig zijn. Er zijn ontzettend veel samenwerkingen, van groot tot klein, van lokaal tot regionaal. Tegelijkertijd zeg ik ‘nee’, omdat er op heel veel plekken ook hetzelfde gebeurt, terwijl zaken eigenlijk complementair aan elkaar zouden moeten zijn. Zo wordt er ook heel veel subsidie gebruikt om dezelfde soort dingen te onderzoeken en zo het wiel op veel verschillende plekken uit te vinden. Er is dus echt behoefte aan meer samenwerking tussen ecosystemen, om te komen tot daadwerkelijk regionale ecosystemen.”
Je PhD onderzoek focust op innovatie ecosystemen in de zorg. Kun je toelichten wat een dergelijk ecosysteem karakteriseert?
“Je hebt verschillende typen ecosystemen, maar ik kijk in mijn PhD echt naar innovatie ecosystemen. Ik definieer dergelijke ecosystemen in mijn onderzoek als een lange-termijn samenwerking tussen ten minste drie partijen en ten minste twee verschillende soorten organisaties, die samen streven naar een gezamenlijke waardepropositie. Typisch voor Nederland, vergeleken met andere landen, is dat in dergelijke ecosystemen vaak ook het beroepsonderwijs is betrokken.”
Waarin schuilt dan het verschil met een netwerk?
“Een netwerk is vaak een stuk formeler opgezet, vaak ook sectorspecifiek. Een ecosysteem is juist iets meer sector-overstijgend. Dit vergt overigens een hele grote vertrouwenscomponent. Doordat niet elke ‘puntkomma’ vastligt, is er namelijk ook meer sprake van flexibiliteit. Dit wil overigens niet zeggen dat doelen niet van tevoren worden vastgelegd, maar ze zijn niet in steen gegrift.”
Hoe ontstaat zo’n ecosysteem?
“Vaak vinden partijen elkaar op een bepaalde, organische, manier. Er wordt bijvoorbeeld een eerste doel opgesteld en dat doel ontwikkelt zich vervolgens dan door. Ook kennen mensen elkaar vaak al vanuit eerdere samenwerkingen en weten elkaar dan weer terug te vinden als die eerdere samenwerkingen positief waren.” Een goed voorbeeld is het PROF (Patient Room of the Future) ecocysteem in West-Vlaanderen. “PRoF is begonnen vanuit een technologische innovatie, maar men realiseerde zich al snel dat er ook andere problemen zijn, zoals sociale problemen, zoals eenzaamheid. Gaandeweg is er dus een sociale focus bijgekomen en zie je dus een doorontwikkeling op basis van trends in de maatschappij en de feedback van betrokken partijen.”
Hoe onderhoudt je een ecosysteem?
“De truc is dat alle organisaties die aansluiten zorgen voor steun in alle geledingen van de organisatie. De samenwerkingen die slagen zijn vaak organisaties waarvan niet alleen de bestuurder iets wil, maar ook het middenmanagement commitment toont en ook de mensen op de werkvloer doordrongen zijn van de meerwaarde van de innovatie. Een andere belangrijke factor is de leider die er achter zit, iemand die zijn eigen belangen aan de kant zet en niet per se alle partijen aan boord probeert te houden. Je moet er ook voor open staan dat partijen komen en gaan, afhankelijk van de specifieke behoeften van het ecosysteem op een bepaald moment.”
Welke goede voorbeelden van innovatie ecosystemen bestaan er in Limburg?
“Eigenlijk geen. De succesverhalen zitten allemaal in Noord-Nederland.” Dit heeft er volgens Dieudonnee mee te maken dat Limburgers toch wat afwachtender zijn. “Dit wil niet zeggen dat er niets gebeurt, maar het duurt allemaal wat langer.
Een goed voorbeeld in Nederland is volgens Dieudonnee de TechHub Assen. Heel bijzonder is dat daar ook de mbo’s een heel belangrijke rol hebben gekregen. Bovendien is dat dit ecosysteem niet alleen maar zorggericht. Het succes schuilt juist in een combinatie met technologie in algemene zin. “Er zijn weliswaar focusgebieden gedefinieerd, waarvan zorg er één is, maar tegelijkertijd worden zorginstellingen ook aan andersoortige organisaties en bedrijven gekoppeld”.
In de TechHub Assen wordt daarnaast heel erg ingezet op het creëren van een randvoorwaardelijk systeem, als ondersteunende structuur en processen, waarin het partijen mogelijk wordt gemaakt om te innoveren. Ook dit is een verschil met Limburg, vindt Dieudonnee, aangezien we hier vaak veel te projectgedreven werken.
Een derde succesfactor is volgens Dieudonnee dat je in een ecosysteem in beginsel niet te veel concurrenten van elkaar bijeen moet brengen, maar juist klein begint en een en ander laat groeien. In Limburg heeft men vaak juist de neiging om meteen zoveel mogelijk partijen te betrekken.
België, Duitsland en Nederland scoren alle drie in de top 10 van de eerdergenoemde innovatie-index. Zou het niet logisch zijn als er veel meer samenwerking op innovatiegebied zou worden geïnitieerd tussen de drie buurlanden”
“Dat gebeurt nu inderdaad nog te weinig. Maar er zijn tegelijkertijd nog te veel randvoorwaardelijke institutionele zaken die een dergelijke samenwerking belemmeren. Subsidies zijn vaak bijvoorbeeld nationaal georiënteerd. En er zit een stukje cultuur en begrip voor elkaar in. In de zorg spreken we niet per se een ‘common language’.” In haar onderzoek heeft Dieudonnee ook enkele Belgische ecosystemen onderzocht, zoals het eerder genoemde PRoF ecosysteem. “Als West-Vlamingen zeggen dat ze iets gaan doen, dan gaat het ook gebeuren. Maar in België zijn er ook een aantal wetten gekomen die van invloed zijn geweest op de innovativiteit van zorgpartijen, zoals de regel dat ziekenhuizen in netwerken moeten gaan werken en dus als het ware worden verplicht om open te gaan innoveren. Samenwerking in ecosystemen wordt dus echt gestimuleerd. Binnen het PRoF traject is er een heel geavanceerde ziekenhuiskamer ontwikkeld. Ziekenhuizen staan hierbij in direct contact met bedrijven. Dat er een potentiële meerwaarde schuilt in Euregionale samenwerking beaamt Dieudonnee dan ook: “ieder heeft immers zijn eigen expertise”.
Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.