Onlangs waren we te gast bij Wiro Gruisen, manager regioregie bij CZ. Vanuit het concept regioregie wordt er in een aantal regio’s in Nederland samen met burgers, zorgverleners en andere betrokken partijen gewerkt aan het betaalbaar en toegankelijk houden van de zorg. Geen vanzelfsprekendheid, aangezien het zorglandschap onder druk staat als gevolg van voortdurende kostenstijgingen, vergrijzing en overmatig zorggebruik. Op landelijk niveau wordt nagedacht over maatregelen om te voorkomen dat de zorgkosten de komende twintig jaar verdubbelen. De situatie in Zuid-Limburg is extra alarmerend. We bespraken de rol van regioregie in Limburg.
Wat zijn uw rol en drijfveren binnen CZ?
“Ik werk al heel lang bij het bedrijf. Wat ik interessant vond was de overgang die CZ op een bepaald moment doormaakte van een publieke omgeving naar een meer hybride omgeving van gereguleerde marktwerking. Een politieke keuze overigens. De zorgverzekeraar fungeert daarbij als schakel in de 1-op-1 relatie tussen vraag (patiënt) en aanbod (zorgverlener). Maar dat heeft me wel vanaf het begin getriggerd: hoe kun je nu die rol als verzekeraar in zoiets belangrijks als het zorglandschap op de beste manier invullen? De wereld om ons heen begon bovendien echt te veranderen, meer individualisering, minder verzorgingsstaat. Daarnaast werd de eigen organisatie ook steeds groter. We hebben nu 3,8 miljoen verzekerden, 22% van de markt, en behoren daarmee bij de ‘grote 4’. Door die grootte worden we vanuit de perceptie van het publiek overigens vaak gezien als louter de financier van zorg, als een financiële instelling die vergelijkbaar is met die van een bank en andere verzekeraars zoals je die kent van bijvoorbeeld de brandverzekeringen. Maar dat is een heel andere tak van sport. Waar het om gaat is de rol die we toebedeeld hebben gekregen vanuit de politiek zo slim mogelijk in te vullen, om ervoor te zorgen dat ons zorgsysteem – dat tot één van de beste van de wereld behoort – kwalitatief hoogwaardig én betaalbaar blijft. Bovendien zijn we als CZ eigenlijk gewoon een vereniging van leden. Zo zijn we ook ontstaan aan het begin van de vorige eeuw, toen katholieke werklieden zich lokaal samenpakten en zeiden: ‘we doen heel veel op eigen kracht, maar sommige dingen, bepaalde risico’s, groeien ons boven het hoofd, bijvoorbeeld als je ziek wordt’. Die vereniging is uitgegroeid tot wat we als zorgverzekeraar nu zijn. Anders dan de meeste mensen denken heeft CZ dan ook geen winstoogmerk. Positieve resultaten dragen bij aan betere zorg en lagere premies voor onze verzekerden. Wat we nu proberen te doen, vanuit initiatieven als regioregie, is onze wettelijke opdracht zo uit te voeren dat het voor onze verzekerden in die regio merkbare effecten op de gezondheid en de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg oplevert. Daarmee dragen we bij aan een duurzaam zorgstelsel.”
Hoe is het gedachtengoed rondom regioregie ontstaan?
Het concept ‘regioregie’ dateert uit 2012, maar vindt haar oorsprong al enkele jaren daarvoor, benadrukt Gruisen. In 2006 kwam er een nieuw systeem met de introductie van de Zorgverzekeringswet, met een duidelijke rol voor marktwerking, doch sterk gereguleerd. “De vraag voor ons was: ‘Hoe positioneer je je daar dan in als zorgverzekeraar?’ Er is toen een afdeling ‘zorginnovatie’ binnen CZ gekomen, bedoeld om die veranderingen als gevolg van de veranderende landelijke context goed in te kunnen vullen. Na een jaar of 6 hadden we het gevoel: ‘je kunt als verzekeraar wel van alles bedenken, maar het is veel relevanter, maar ook lastiger, om het in de praktijk te brengen.’ Vanuit deze gedachte zijn we in 2012 effectief begonnen met regioregie, waarbij het gaat om niet-vrijblijvende regionale samenwerking.”
Wat is het doel van regioregie?
“In feite gaat een zorgverzekeraar niet over gezondheid, maar over zorg. Je kunt die twee echter niet los van elkaar zien. Regioregie is een combinatie van marktwerking (met een competitie-element) en samenwerking tussen zorgverzekeraar, zorgverleners en verzekerden, altijd binnen de publieke context. Vanwege de raakvlakken met het sociale domein wordt ook de samenwerking met gemeenten gezocht. Wil je echt innoveren, dan heb je elkaar gewoon nodig.” Regioregie kan worden gezien als een concept, of gedachtegoed, waarmee CZ vanuit haar rol mede invulling geeft in proeftuinen als MijnZorg en Anders Beter, in respectievelijk de Oostelijke en Westelijke Mijnstreek, waar CZ een groot marktaandeel heeft. Het gedachtengoed heeft zich, met andere woorden, verspreid via en genesteld in de proeftuinen. Samengewerkt wordt bovendien met een derde proeftuin, waar niet CZ maar VGZ het grootste marktaandeel heeft: Blauwe Zorg in Maastricht/Heuvelland. Qua proeftuinen is Zuid-Limburg met deze drie proeftuinen netjes verdeeld in drie regio’s (Oostelijke Mijnstreek, Westelijke Mijnstreek en Maastricht/Heuvelland). Alle drie zijn ze begonnen vanuit dezelfde startpositie, maar alle drie ontwikkelen ze zich op hun eigen wijze. Tussen de proeftuinen onderling wordt overigens wel kennis en ervaring uitgedeeld. De twee proeftuinen in de Mijnstreek hebben in 2018 zelfs besloten de krachten te bundelen en vormen steeds meer één geheel.
“Sommige regio’s lenen zich er overigens beter voor dan andere regio’s. In Zuid-Limburg werkt het als één van de beste, waarschijnlijk omdat het zorgaanbod overzichtelijk is, maar ook omdat de problematiek hier het grootst is. Op allerlei indicatoren (zoals ‘ervaren gezondheid’, ‘chronische aandoeningen’ en ‘leefstijl’) scoort Parkstad bijvoorbeeld rood, daar waar Friesland bijna helemaal groen kleurt. Hier zitten dus, met andere woorden, veel risicofactoren en een problematiek die verder gaat dan alleen maar zorg. Ook het verschil tussen Noord- en Zuid-Limburg is enorm groot.”
Hoe heeft regioregie zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
“Het landschap is constant in beweging. Maar we hebben de wind in de rug, in die zin dat ook politiek Den Haag steeds meer opschuift naar regionale samenwerking, waar we bij CZ dus al een jaar of 7 ervaring mee hebben. We zijn aanvankelijk in 2013 begonnen in een aantal regio’s (Eindhoven, Oostelijke Mijnstreek en Zeeuws-Vlaanderen). Aan de minister hebben we indertijd gevraagd: ‘zet nu een hek om die regio en geef ons regelvrijheid, dan gaan we samen met andere partijen – zoals zorgverleners, patiënten en andere zorgverzekeraars – kijken hoe we het samen slimmer kunnen doen’. De minister vond het een prachtig idee, maar ook een beetje raar vanuit het idee van marktwerking, want je gaat eigenlijk een soort van enclave creëren. Die regelvrijheid kregen we dan ook niet, maar wel aandacht. We zijn dus begonnen, net als andere zorgverzekeraars, met experimenten in de vorm van die proeftuinen. Eigenlijk was het een vorm van populatiemanagement, dus je bakent de populatie in een bepaalde regio af, brengt gezamenlijk als regionale partners de problemen van de mensen en het zorgaanbod in die regio in kaart en betrekt de relevante stakeholders in die regio om te zoeken naar oplossingen. Dit kunnen gemeenten en de Provincie zijn, maar ook verenigingen en werkgevers. Die hebben immers allemaal belang bij een vitale regio. Wat we behalve aandacht wél kregen vanuit de overheid was dat het RIVM [Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu] de proeftuinen ging monitoren. De eindmeting is inmiddels geweest. Daaruit bleek dat de periode eigenlijk te kort was om echt op populatieniveau iets te kunnen meten, maar je merkte wel echt een vooruitgang in de samenwerking en de eerste concrete resultaten van deelprojecten werden zichtbaar, zoals de anderhalvelijnszorg. Dankzij deze nieuwe organisatievorm, waarbij specialisten huisartsen over de vervolgbehandeling adviseren, worden mensen met niet-complexe gezondheidsklachten niet onnodig naar het ziekenhuis doorverwezen. Als CZ hebben we dan ook in overleg met onze partners gezegd, ‘we gaan gewoon door’.”
Wat is de rol van zorgverzekeraars op het gebied van preventieve zorg en ontwikkelingen gericht op positieve gezondheid?
“We zijn er als zorgverzekeraar van overtuigd, vanuit de rol die we als belangenbehartiger van onze verzekerden hebben, dat we over de gehele lijn een heel goed zorgsysteem hebben. Het kenmerk van ons systeem is solidariteit, dat moeten we zien vast te houden. De hoge zorgkosten in Zuid-Limburg die mede een gevolg zijn van het relatief groot aantal inwoners dat zich ongezond voelt, worden deels gecompenseerd door het risicovereveningssysteem dat een belangrijk onderdeel is van het zorgstelsel. Maar kijk je naar de ontwikkelingen in de toekomst, richting 2030/2040, dan zie je ontwikkelingen die de houdbaarheid hiervan in gevaar brengen, zoals de dubbele vergrijzing en daardoor ook een toenemende complexiteit van zorgvragen in deze regio. Daar komt bij dat in deze regio de beschikbare zorgcapaciteit als gevolg van de krimp steeds kleiner wordt. Als je dát alles in goede banen wil leiden, zodat het zorgsysteem ook op termijn betaalbaar blijft, dan moet je het over een heel andere boeg gooien. Vanuit onze opdracht om het zorgsysteem financieel overeind te houden, zien we voor onszelf hierin een regisseursrol weggelegd. Maar de invulling van die regierol is samenwerking. Wij gaan niet opleggen wat er moet gebeuren. Maar zoals het een goede regisseur betaamt, proberen we partnerships aan te gaan en duidelijk te maken: ‘waarom spelen we dit stuk, op welke bühne staan we nu eigenlijk en met welk doel’. ‘Hoe kan ik jou helpen om je rol goed te pakken en bij te dragen aan ons hoger gezamenlijk doel’: dat is eigenlijk wat wij doen. Zo hebben we ook in 2015 contact gelegd met Machteld Huber, in het kader van positieve gezondheid. Als CZ hebben we op landelijk niveau het initiatief genomen om de vier grote zorgverzekeraars samen te laten werken om het Institute for Positive Health (IPH) als start-up mogelijk te maken. Daarnaast hebben we Machteld Huber geïntroduceerd bij de Provincie Limburg. Dat heeft geresulteerd in het lovenswaardig initiatief van de Provincie om in samenwerking met IPH Limburg tot de eerste Positief Gezonde Provincie te maken. Het concept van positieve gezondheid kreeg bovendien een prominente plek in de Sociale Agenda van de Provincie. Door middel van ons netwerk, en de mogelijkheden die we hebben op landelijk niveau, proberen we op deze manier in samenhang een beweging tot stand te brengen die ons kan helpen om het zorgstelsel toekomstbestendig te houden. Daar hoort bij dat we ook actief meedoen in hele lokale projecten op het gebied van positieve gezondheid. Deze samenhang van activiteiten op landelijk, regionaal en lokaal niveau biedt uiteindelijk de meeste kans op succes, is onze overtuiging. Veel mensen kennen ons niet in deze rol, en dat is jammer, want zo blijft de perceptie overeind van CZ als louter financier van de zorg.”
Hoe ziet de toekomst van regioregie er uit?
“Het is en blijft een proces van lange adem”, legt Gruisen uit. “Onze rol bij regioregie gaat verder dan wat je strikt formeel genomen van de zorgverzekeraar zou verwachten. Eigenlijk staan we als zorgverzekeraar aan de achterkant, bij de ‘reparatie’, als er zorgklachten zijn die verholpen moeten worden. Maar als je een beetje uitzoomt, als je echt iets wil doen aan de gezondheidsachterstand van een regio en de daarmee gepaard gaande hoge consumptie en hoge kosten, dan ben je er niet door de zorg slimmer te organiseren maar moet je ook de onderliggende problematiek helpen aanpakken.”
Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.