Auteurs: Wesley Jongen & Gijs Hodenius
Datum: 8-9-2022
Twee jaar geleden voerde Aranco (het bedrijf achter Health in Limburg) voor een van haar opdrachtgevers een onderzoek uit naar de arbeidsmarkt- en onderwijsontwikkelingen in de Limburgse zorgsector. Uit het onderzoek kwam onder andere naar voren dat de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in de Limburgse zorgsector nog verre van optimaal is en dat er in het verbeteren van deze aansluiting ook het ondersteunen van de kwaliteit van leven van mensen centraal dient te staan in plaats van enkel de zorgverlening an sich.
Nu, twee jaar later, waren we zelf nieuwsgierig naar de ontwikkelingen van toen tot nu. Er werd daarom naar enkele van de toenmalige respondenten een enquête uitgezet.
Op de vraag wat momenteel de belangrijkste ontwikkelingen zijn in de Limburgse zorgsector wezen respondenten unaniem op het ontstaan van nieuwe zorgconcepten, gevolgd door een toenemende complexiteit van de zorgvraag, ontwikkelingen die natuurlijk ook op landelijk vlak spelen. Limburg is hierin niet uniek, maar biedt wel unieke kansen, bijvoorbeeld vanuit de reeds bestaande regionale samenwerking en de mogelijkheid om over de grens te kijken.
De belangrijkste belemmeringen voor de verdere ontwikkeling van de Limburgse zorgsector zijn volgens respondenten het nijpende personeelstekort in combinatie met de toenemende zorgvraag, en het feit dat organisaties elkaar nog te vaak beconcurreren op het vlak van personeel. Naast de toenemende krapte op de arbeidsmarkt ontbreekt het bij afgestudeerden vaak ook aan bepaalde competenties, zoals het flexibel om kunnen gaan met snel wisselende omstandigheden.
Kansen voor de verdere ontwikkeling van de Limburgse zorgsector worden gezien in het flexibel opleiden van mensen (bijvoorbeeld door gebruik te maken van mbo-certificaten op onderdelen in plaats van volledige opleidingen welke worden afgesloten met een diploma). Andere oplossingen worden gezocht in het hybride opleiden van mensen (bijvoorbeeld in combinaties van zorg- en welzijnsopleidingen) en het in gezamenlijkheid (samen met andere zorgaanbieders) opleiden van personeel.
Die gezamenlijkheid is overigens groeiende. Zo gaven alle respondenten aan betrokken te zijn bij één of meerdere samenwerkingsinitiatieven (samen met andere zorgorganisaties, overheden of opleiders) die erop gericht zijn deze personeelstekorten op te lossen, zoals de inrichting van een gezamenlijk learning platform voor VVT organisaties, de inzet van internationaal zorgpersoneel (door samen te werven over de grens), het opzetten van een gezamenlijk stageplatform en het promoten van flexibel en regionaal opleiden. “We begrijpen elkaar steeds beter en het onderling vertrouwen groeit. Het resultaatgericht denken en werken verdient echter nog aandacht.” Of, zoals een andere respondent het verwoordt: “Goed gaat de bereidheid, wat beter kan is nog meer het gezamenlijke lange termijn belang.” Er is dan ook behoefte aan nóg meer afstemming of samenwerking met andere zorgorganisaties.
Specifiek aandachtspunt in dit geheel is de samenwerking met het onderwijs, die over het algemeen een stuk lager scoort. Verbeteringen ten aanzien van de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt liggen volgens respondenten in het nog meer inzetten op doorlopende leerlijnen, meer maatwerkoplossingen (gepersonaliseerd onderwijs), het laagdrempelig opleiden van mensen zonder zorgachtergrond (niet direct een lange opleiding bieden), het uitvoeren van projecten voor zij-instromers (omscholingsprogramma’s tussen verschillende sectoren) en het inzetten op personeelsbehoud.
Concluderend kunnen we stellen dat er de afgelopen jaren goede stappen zijn gezet in de samenwerking binnen het Limburgse zorg- en welzijnslandschap. Het personeelstekort heeft enerzijds een remmende werking op deze samenwerking, maar benadrukt tegelijkertijd ook de noodzaak van verdergaande samenwerking, juist op personeelsvlak.
Bedankt voor het lezen en mocht u vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.